Een groet van de bisschoppen aan hun kerken ter gelegenheid van de feestdag van de H. Willibrord, 7 november 2012
Broeders en zusters in Christus,
De samenwerking van oud-katholieken en anglicanen in Europa beroept zich op gemeenschappelijke heiligen van lang geleden. Het was de spiritualiteit van Engelse monniken, die hen ertoe aanzette om de veiligheid van hun klooster te verlaten en in vreemde gebieden de blijde boodschap van het evangelie te verkondigen. Onder hen neemt de H. Willibrord een belangrijke plaats in: het werk van hem en zijn metgezellen leidde aan het einde van de 7de eeuw tot de stichting van de kerk van Utrecht en hijzelf geldt als haar eerste bisschop. Terecht is de H. Willibrord de patroonheilige van de oud-katholieke – anglicaanse samenwerking geworden.
Wij leven zo’n veertien eeuwen later en hoewel de tijden veranderd zijn, is de opdracht aan de kerken om het evangelie te verkondigen nog altijd actueel. Het christendom heeft de Europese landen diepgaand beïnvloed. Naast de invloed op onderwijs en wetenschap, kunst en cultuur is vooral de zorg voor de naaste een basiskenmerk van een christelijke samenleving. In het werk van de kerk uit die zorg zich in zorgdragen voor diegenen die in de bijbel ‘weduwen, wezen en vreemdelingen’ worden genoemd, diegenen die moeite hebben om zonder hulp van anderen hun bestaan gestalte te geven. Terwijl die zorg in de meeste landen van Europa gedurende de 20ste eeuw door de seculiere staat is overgenomen, staat zij momenteel vanwege de noodzaak tot bezuinigingen onder druk. Ook de toegenomen mobiliteit en globalisering van de samenleving brengt ons in contact met mensen, die in onze landen hun toevlucht zoeken in de hoop op een beter bestaan.
Onze kerken kunnen zich aan de vragen die deze ontwikkelingen met zich meebrengen niet onttrekken. Elke oud-katholiek en elke anglicaan hoort de roep van Jezus dat ‘alles wat jullie aan van deze kleinen hebben gedaan, hebben jullie aan mij gedaan’, maar ook zijn vermaning: ‘alles wat jullie aan een van deze kleinen niet hebben gedaan, hebben jullie aan mij niet gedaan’ (Mt. 25, 31-46). De werken van barmhartigheid die Jezus ons hier voorhoudt, zijn niet bedoeld om er zelf een beter gevoel van te krijgen of vanuit een verkeerd soort liefdadigheid hoogmoedig de eigen welstand goed te praten. Ze zijn bedoeld om daarmee het koninkrijk der hemelen gestalte te geven, in de verwachting van de voltooiing daarvan door Gods genade. Deze laatste is het die ons de kracht en het vertrouwen geeft, dat niet alleen ons eigen leven geborgen is in Gods goedheid, maar dat alle mensen geroepen worden om hun leven in dat heilbrengende licht te bezien.
Wij roepen u, broeders en zusters, op, om uw geloof een levend geloof te laten zijn, dat rijk is aan goede werken. Dan volgen wij in het spoor van de H. Willibrord, die wij dankbaar voor God gedenken als de vreugdebode, die ons het heil heeft gebracht (Jes. 52, 7). En laten we met het gebed van zijn feestdag bidden voor de groei van de ene kerk van Christus Jezus:
Heer onze God,
U hebt in onze streken door de H. Willibrord en de zijnen
het geloof geplant en daaraan zelf de wasdom gegeven.
Vervul ons met dankbaarheid om hen en om allen
die van de moed en het inzicht getuigen
om ook in onze dagen het evangelie te verkondigen
van onze Heer Jezus Christus, uw Zoon,
die met U in de eenheid van de heilige Geest leeft en regeert
in de eeuwen der eeuwen. Amen.
Namens het overleg van oud-katholieke en anglicaanse bisschoppen in Europa
+ Dirk Jan Schoon, bisschop van Haarlem