Hoe verblijd was ik toen mij gezegd werd:
Laat ons opgaan naar het huis des Heren.
(Ps.122,1)
De vreugde van deze Psalm doet denken aan de vreugde waarmee wij naar de kerk gingen toen dat nog kon.
Dat het kerkgebouw vanwege het corona-virus gesloten is voor vieringen en andere activiteiten lijkt op het verblijf van Gods volk in ballingschap. Toen had het volk geen Tempel meer als plaats om te bidden en God te loven om offers te brengen en Psalmen te zingen.
Het bleek achteraf een tijd van zuivering, van overdenken van wat er fout was gegaan en van hoe het in de toekomst anders moest.
Toen de ballingen mochten terugkeren naar het land waaruit zij waren weggevoerd was het eerste wat zij deden God loven en prijzen met instrumenten en met het zingen van psalmen, zoals weleer.
|
Het geween van de ouderen om de herinnering aan het schone en het goede uit het verleden ging op in het gejuich van het volk om de toekomst waarin God dingen mogelijk maakt, nóg schoner en beter dan weleer (Ezra 3,11-13).
Terugdenken aan de dagen dat wij in vreugde opgingen naar het huis des Heren om elkaar daar in vrede te ontmoeten vervult ons hart met droefheid. Laten we ons echter voegen bij diegenen die weten dat er betere tijden komen en met ingehouden vreugde uitzien naar de dagen die komen gaan, wanneer wij zullen juichen en staan, dààr op de drempel, vol van vreugde om wat wij hebben geleerd van deze heilzame tijd van quarantaine.
(‘quaranti giorni’ ofwel ‘veertig dagen’).
|
Pastoor Henk Schoon
bij de intoïtus van de 4e zondag van de Veertigdagentijd, Zondag Laetare – Verheugt u!
Gebed van de dag van zondag Laetare
God, die de mensen liefhebt en aanvaardt als uw kind wie berouwhebbend tot U komt; verlicht de harten van hen die U dienen. Geef dat zij, door het vuur van uw Geest ontgloeid, vast staan in hun geloof en met blijdschap uw geboden onderhouden. Door onze Heer, Jezus Christus, uw Zoon, die met U in de eenheid van de heilige Geest leeft en regeert in de eeuwen der eeuwen. Amen.
(Oud-Katholiek kerkboek bladzijde 73)
|
|