We vieren het Feest van de allerheiligste Drie-eenheid met een Pontificale Eucharistieviering waarin de Aartsbisschop van Utrecht, Barend Theodoor Wallet, voorgaat. Hij bedient daarin het heilig vormsel aan drie jongeren: Ellen, Carlo en Felix.
De zalving met heilige en geurige olie, het chrisma, behoort eigenlijk tot het initiatieritueel van de doop. In vroeger dagen werd de dopeling in de doopviering door de bisschop ontvangen en gezalfd met het ‘zegel van de heilige Geest’, waarmee de dopeling definitief behoorde tot de kerk als het lichaam van Christus (= ‘gezalfde’). Door historische omstandigheden ontwikkelde deze heilige handeling zich in de westerse christenheid tot een afzonderlijk sacrament, waarmee volwassen gelovigen de doopbeloften beamen, een zegen ontvangen en gezalfd worden als bevestiging en sterking (Latijn: confirmatio) van hun leven als christen. Omdat de bisschop de voorganger is van de kerk, is hij of zij traditietrouw ook de eigenlijke bedienaar van dit sacrament.