Oud-Katholiek (!) in Leeuwarden

“Verborgen geschiedenis” t/m 13 september 2009

Schilderij van Petrus Johannes Meindaerts van 1739-1767 aartsbisschop van Utrecht van de Oud-Katholieke Kerk van Nederland, ook aanwezig.

Lang opereerden de katholieken ondergronds in protestants Nederland. Hoe dat geheime geloofsleven er uit zag, wordt onthuld op de Leeuwarder expositie ‘Verborgen geschiedenis’.

Friesland maakte in 1580 korte metten met het vermaledijde katholieke geloof. De ‘paepsche superstitiën en stoutigheden’ werden fel bestreden. Katholieken kwamen slechts heimelijk bijeen, de mis werd bij nacht en ontij gevierd. Pas tweeënhalve eeuw later kwam de Katholieke Kerk weer bovengronds met het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853. Een lange, obscure periode die nu in het licht wordt gezet met de tentoonstelling ‘Verborgen geschiedenis’ in het Historisch Centrum Leeuwarden (HCL), gisteren geopend door bisschop Gerard de Korte van Groningen-Leeuwarden.

De expositie maakt deel uit van het feestjaar waarmee de rooms-katholieke Leeuwarder Titus Brandsmaparochie drie jubilea viert: de vorming van het bisdom Leeuwarden op 12 mei 1559, het begin van hernieuwd katholiek leven in de stad in 1609 toen zich er weer een priester vestigde en, dit najaar, 125 jaar Bonifatiuskerk. De expositie haakt aan bij dat tweede jubileum, waarna in Leeuwarden zes staties (schuilkerken) ontstonden, die samen duizenden gelovigen trokken.

Was er in de jaren na 1580 geruime tijd sprake van vervolging, op den duur kwam er een gedoogbeleid. Katholieken werden met rust gelaten, mits hun geloof binnenskamers bleef en zij voor die rust ‘recognitiegeld’ betaalden. Ze bleven tweederangs burgers. Zoals een gedenkboek van de katholieke Frieschen Bond uit 1932 schamperde: ,,Dan mochten, dan konden ze in stilte, vaak aan den zelfkant der steden, in gore straatjes en achterbuurten, hun heilige geheim vieren, mits ze geen aanstoot gaven aan de Hervormden.”

Het hernieuwde katholiek leven begon vier eeuwen geleden met de Sint Bonifatiusstatie van de jezuïeten aan de Vleesch-markt (nu bioscoop Tivoli) en de Sint Vitusstatie in de Bontepapensteeg. In de zeventiende eeuw kwamen daar nog vier staties bij: Het Clooster van de dominicanen in de Speelmansstraat, de Franciscaner staties Sint Antonius op de hoek Grote Kerkstraat/Bontepapensteeg en Sint Franciscus bij de Wirdumerpoort en later Sacramentsstraat en tot slot de Sint Willibrordusstatie van de jezuïeten, eerst aan de Sacramentsstraat en later op de Voorstreek.

,,Het is ook voor veel katholieken een onderbelichte periode”, zegt Hans Jorna, lid van de voorbereidingsgroep, die zelf al jaren onderzoek doet naar het roomse leven in Leeuwarden. ,,De afgelopen vijftig, zestig jaar kennen veel mensen wel, maar wat er voor was? Ja, de kloosters, wordt er dan gezegd. Dat was in de middeleeuwen. Maar wat gebeurde er nu daarna?”

,,Voor veel mensen zal de expositie een verrassing zijn”, gelooft ook Hester Postma van het HCL. Ze is bijzonder ingenomen met de tentoonstelling. ,,Die past goed bij ons, wij hebben de parochiearchieven in ons bezit. Het leuke is dat wij ook meer leren over het thema.” Zelf was ze ook prettig verrast over de kwaliteit van datgene wat bewaard is gebleven.

Het edelmetaal van de liturgische voorwerpen schittert de bezoeker tegemoet. Het leeuwendeel is nog in bezit van de Titus Brandsmaparochie, maar diverse bijzondere voorwerpen komen onder meer uit het archief van de dominicanen in Sint Agatha, de Groninger Sint Martinusparochie en van oud-katholieken in Utrecht en Dordrecht. Er waren twee strenge criteria voor de samenstelling van de expositie, vertelt Jorna: het moest echt uit de Leeuwarder staties en uit de bewuste periode komen.

Een greep: twee kelken uit 1564 uit de Sint Vitus die tot 1595 naast de Oldehove stond (in hervormd bezit), prachtige glazen bokalen uit de achttiende eeuw en een privilege met zegel van keizer Karel V uit 1520, waarin hij toestemming gaf voor de bouw van het klooster van de dominicanessen, het ‘wittenonnenklooster’ dat op de plaats stond van de Waalse Kerk in de Grote Kerkstraat. Postma: ,,Dat bleek vaak opgevouwen in een envelop te zitten. We vielen hier bijna van onze stoel dat zoiets moois zo was opgeborgen.”

Ook Onze Lieve Vrouwe van Leeuwarden, het miraculeuze Mariabeeld dat sinds 1506 in de Vituskerk stond en dat jaarlijks met een ommegang door de stad werd gedragen, maakt deel uit van de expositie. Het stond in de dominicaner statie die daardoor druk werd bezocht. Nu staat het in de Dominicuskerk. Jorna: ,,Er zijn mensen die er moeite mee hebben dat het hier zo lang zal staan. Het is niet zo maar een beeld, het is een echt devotiebeeld.”

Juist omdat de katholieken hun geloof slechts mochten beleven in schuilkerken, die vanaf de straat niet herkenbaar mochten zijn, leefden de gelovigen zich uit door de staties binnen uitbundig te versieren. Zij kregen daarvoor menig nalatenschap, niet in de laatste plaats van vermogende katholieken. ,,De gelovigen maakten met de rijke versieringen duidelijk dat het om het huis van God ging en dat kan niet mooi genoeg zijn. Daar werd een hoop geld aan gespendeerd”, aldus Frans Prins van de voorbereidingsgroep.

Schuilkerken
Het woord ‘schuilkerken’ is problematisch, zei Robert Schillemans, conservator van museum Ons’ Lieve Heer op Solder in Amsterdam – de bekendste schuilkerk – bij de opening van de expositie. ,,Ik merk dat bezoekers daarbij denken aan de Tweede Wereldoorlog en Anne Frank.” De term ‘schuilkerken’ is volgens hem een negentiende-eeuwse vondst, toen het katholiek verleden gedramatiseerd en geromantiseerd werd. Bisschop Gerard de Korte, die de opening verrichtte, wees er op dat de katholieken achtergesteld waren, maar dat de vervolging ,,uitermate gematigd” was. De Korte stelde dat er vandaag wel sprake is van een katholieke schuilkerk. Veel katholieken zijn onzichtbaar en ze lijden aan zelf-marginalisatie. Daarom is er volgens de bisschop sprake van ,,een zelfgekozen schuilkerk”.

De klokken van de Oldehove en de Bonifatius en Dominicus in Leeuwarden luidden gistermiddag rond half vijf gelijktijdig bij de opening. HCL-directeur Geart de Vries wees er op dat gelijktijdig aan de openingsbijeenkomst in de Agneskerk in Goutum het congres over de protestantse voorman Calvijn plaatsvond. ,,Ze zullen het klokgelui tot in Goutum horen, ze zullen het weten dat katholieken in Leeuwarden de zaak hebben overgenomen.”

‘Verborgen geschiedenis’ is vanaf morgen t/m 13 september gratis in het HCL te bezichtigen. Open op di t/m vrij van 10 tot 17 uur, za en zo van 12 tot 17 uur.

http://www.historischcentrumleeuwarden.nl/html/nl/1145/Opening_-_In_het_Verborgene

Bron: Leeuwarder Courant, maandag 27 april 2009 (overgenomen van utrecht.okkn.nl)