DI 29 jun 2010 | 10.27
Het Anglicaanse luchthavenpastoraat op Schiphol staat sinds afgelopen weekend onder verantwoording van zowel de Anglicaanse als de Oud-Katholieke Kerk in Nederland. De verregaande vorm van samenwerking is het resultaat van de wederzijdse erkenning die de kerken sinds 1931 hebben.
Joop Albers werkt al enkele jaren als Anglicaanse geestelijke bij het luchthavenpastoraat. Hij verwacht niet dat de nieuwe situatie veel voor hem zal veranderen. Het betekent namelijk niet dat hij gezelschap krijgt van een oud-katholieke geestelijke. “Je moet het zien als een ‘shared ministry’. De verantwoording voor de zorg voor mensen wordt gedragen door beide kerken”.
Er bestaan gelijkenissen tussen de twee kerken, maar ook veel verschillen. De Oud-Katholieke Kerk kan je omschrijven als ‘hoogkerkelijk’. De Anglicaanse Kerk is weer ‘laagkerkelijk’. Albers verwacht geen problemen: “Het luchthavenpastoraat bestaat uit een protestants, rooms-katholiek en anglicaans pastoraat. Wij streven er met z’n drieën naar om een gelijkvorming pastoraat uit te dragen. We snijden de liturgie toe op de mensen die wij ontvangen”. De grote diversiteit aan mensen is dus niet geholpen bij een grote diversiteit aan kerken. Dat zorgt er in de praktijk voor dat de drie kerken veel gelijkenissen met elkaar vertonen. De combinatie Anglicaans-Oud-Katholiek zal daarom voor geen problemen zorgen. “Het gaat er om dat je geroepen bent om mensen te helpen”, aldus Albers.
Het luchthavenpastoraat ontvangt subsidie van Schiphol, en wordt gefinancierd door de eigen kerken. Het Anglicaanse pastoraat krijgt dat nu vanuit twee kerken. Het pastoraat is bedoeld om mensen in nood op te vangen en steun te bieden.
De Oud-Katholieke Kerk staat in volledige kerkelijke gemeenschap (full-communion) met de Anglicaanse Kerk. Dat houdt een wederzijdse erkenning van ambt en sacramenten in. Deze erkenning is er al sinds 1931.
Bron: IKON-E.J. Tillema