Groene Hart archieven

http://www.groenehartarchieven.nl/themas/kerken-en-religieuze-gebouwen/oud-katholieke-kerk-sint-jan-baptist

Oud-katholieke kerk Sint Jan Baptist aan de Hoge Gouwe

Toen Rome in de zeventiende eeuw de zelfstandigheid van de Nederlandse Katholieke kerk wilde opheffen en ons land tot missiegebied verklaren, stuitte dat op hevig verzet. Lang wist men de onafhankelijkheid te bewaren, maar toen in 1723 het kapittel van Utrecht opnieuw een bisschop koos, werd deze niet door Rome aanvaard en in de ban gedaan. De beschuldiging die tegen de Nederlandse kerk werd ingebracht was het feit dat men zich te veel had laten be?nvloeden door de geschriften van de zeventiende-eeuwse uit Acquoi afkomstige bisschop Cornelis Jansen(ius). Deze bisschop van Ieper vestigde de aandacht van de kerk en haar leden op de kernwaarden van het christelijk geloof, in het bijzonder op Gods genade. Zijn inspiratiebron was de kerkvader Augustinus. Een deel van de Nederlandse katholieken bleef trouw aan de eigen gekozen Utrechtse bisschop Cornelis Steenhoven. Een ander deel schikte zich naar de wensen van Rome. Sinds 1723 zijn er daarom twee rooms-katholieke kerken in ons land, die van de Hollandse Zending (Rome) en die van de Oud-Bisschoppelijke Clerezy, bijgenaamd de Jansenistenkerk. De naam werd later Oud-katholieke kerk van Nederland. Na de reformatie richtten de rooms-katholieken, die hun geloof niet meer in het openbaar mochten belijden, schuilkerken in of kwamen bijeen in particuliere huizen.

In 1630 kocht pastoor Petrus Purmerent aan de Hoge Gouwe 113 een woonhuis en richtte dit in voor gebedsbijeenkomsten. Deze schuilkerk, gewijd aan Johannes de Doper groeide in de loop der jaren uit tot wat nu de Oud-katholieke kerk is. Zolang het complex diende als schuilkerk was het noodgedwongen verborgen achter een rij woonhuizen. Van de eerste kerkzaal die daar werd ingericht zijn nog sporen terug te vinden in de kap van de huidige pastorie. Daarna volgde de aankoop van twee huisjes aan de achterzijde (de Raam) en in 1632 nog twee ter plaatse van Hoge Gouwe111. In de tuin achter deze huisjes werd nog in datzelfde jaar een nieuwe kerkzaal gebouwd. De aankoop van percelen ging door: in 1656 werd nummer 115 aangekocht, in 1661 nummer 109 en in 1684 perceel 107. Toen kon het kerkgebouw aanzienlijk worden verbreed.

Interieur en exterieur van de kerk werden in 1863, toen de kerk al enige tijd geen schuilkerk meer was, ingrijpend gewijzigd. Het hoofdaltaar werd van de oostzijde naar de westkant verplaatst, waardoor een grote uitbouw werd gerealiseerd. De drie huizen op de plaats van de huidige nummers 107 tot 111 stonden werden gesloopt en vervangen door het huidige dubbelhuis. Met uitzondering van de prachtig gebeeldhouwde preekstoel en communiebank, het altaar en nog enkele stukken, dateert het interieur hoofdzakelijk uit 1863.
Het hoofdaltaar kwam tussen 1685 en 1697 tot stand. Tussen dubbele getorste zuilen, die in marmermotief zijn beschilderd, bevindt zich een altaarstuk van Jan Franszoon Verzijl, voorstellende de aanbidding der koningen. De preekstoel en communiebank in Antwerpse barokstijl werden eveneens rond 1685 vervaardigd. De kerk bezit verder nog prachtige schilderijen, kostbaar kerkzilver, liturgische gewaden en paramenten.

Auteur: H. van Dolder – de Wit

Literatuur:

  • W. Veerman, Oud-Bisschoppelijke Cleresie. In: Gouda zeven eeuwen stad 302-305. Gouda (1972)
  • P.H.A.M. Abels, Duizend jaar Gouda. Een stadsgeschiedenis. Hilversum (2002)
  • H.J. Sprokholt en Henny van Dolder-de Wit, Op gewijde grond gebouwd. Gouda (2005)
Hoge Gouwe met de Oud-Katholieke kerk op no. 105 t/m 119
Bovenste gedeelte van de voorgevel van de Oud-Katholieke kerk op nr. 107 (foto BAC Cammeraat)
Kazuifel (liturgisch priesterkleed) afkomstig uit de rooms-katholieke (later: oud-katholieke) statie St. Jan Baptist, 1640.