Beschuit met blauwe óf roze muisjes. Marco Derks, assisterend pastor van deze parochie, heeft weinig op met klassieke genderaanduidingen en rolpatronen. De geboorteverhalen in de Bijbel, die moet je eens lezen.
Onlangs trakteerde een jong stel in onze parochie na afloop van de eucharistieviering. Ze verwachten een kind en boden daarom cake met muisjes aan. Ik feliciteerde hen en constateerde enigszins opgelucht dat de cake versierd was met witte, blauwe én roze muisjes. Een jaar of tien geleden heb ik namelijk besloten geen beschuit (of cake) met alleen roze en witte muisjes dan wel alleen blauwe en witte muisjes te eten. De komst van nieuw leven vier ik graag mee, maar dan zonder aandacht voor het (vermeende) geslacht van het kind.
Als ik me weer eens erger aan de gender reveal party van een of ander celebrity couple of aan het uiterst beperkte aanbod aan geboortekaartjes zonder genderstereotypen, dan duik ik maar weer in die paar bijzondere geboorteverhalen in de Bijbel. Natuurlijk bots ik in de Bijbel soms ook op patriarchale patronen, maar cruciale geboorteaankondigingen zijn heel wat minder voorspelbaar en standaard dan die moderne jongen-of-meisje-onthullingsfeestjes. En kom, het is bijna Kerst, dus ik neem u een keertje mee.
Zo is er het geboorteverhaal van Johannes de Doper, dat alleen door Lucas wordt verteld. De evangelisten Marcus en Mattheüs besteden geen aandacht aan zijn geboorte, zijn ouders of zijn jeugd: Johannes verschijnt daar uit het niets op het toneel met zijn oproep en doop tot bekering. Waarom eigenlijk? Misschien willen deze evangelisten daarmee uitdrukken dat Johannes zo radicaal anders was dan allerlei profeten vóór hem, zodat mensen kunnen hebben gedacht: Wie is die Johannes? Waar komt hij vandaan?
De evangelist Lucas beschrijft de aankondiging, de geboorte en de besnijdenis van Johannes wel, maar vlecht daardoorheen de verhalen over de aankondiging, de geboorte en de besnijdenis van Jezus. Dat draagt bij aan de climax van de komst van Jezus in de wereld.
Het spreken van Elisabet
Bij de aankondiging van de geboorte van Johannes lezen we dat Elisabet onvruchtbaar is – iets waarvoor ze vermoedelijk veracht wordt – en dat zowel zij als Zacharias op leeftijd zijn (Luc. 1:7). Dat ze toch nog een kind zouden krijgen hadden ze niet verwacht. Als de engel Gabriël aan Zacharias verschijnt en vertelt dat zij een zoon zullen krijgen, gelooft Zacharias het niet. Daarom wordt hij gestraft met stomheid: hij zal de komende negen maanden niet kunnen spreken.
Negen maanden later wordt het kind geboren. Op de achtste dag willen ze het laten besnijden en een naam geven. Zacharias kan dan nog steeds niet spreken. Dus besluiten ‘ze’ hoe het kind moet heten, namelijk Zacharias, naar zijn vader. Die ‘ze’, dat zijn de ‘buren en verwanten’, de vrienden en familie: die maken wel even uit hoe het kind van Zacharias en Elisabet moet heten. Zacharias kan dat inderdaad niet zeggen. Maar Elisabet wel! Is het misschien een idee om haar te vragen hoe het kind moet heten – het kind dat zij negen maanden in haar baarmoeder gedragen heeft en dat zij op de wereld heeft gebracht? Het lijkt niet in hen op te komen. Daarin verschilt hun cultuur helaas niet zoveel van die van ons. Hoe vaak voeren mannen het woord waar vrouwen evengoed het woord kunnen voeren of zelfs meer recht van spreken hebben?
Elisabet protesteert en zegt: ‘Nee, hij moet Johannes heten.’ Maar zij antwoorden: ‘Maar er is niemand in je familie die zo heet.’ So what? Het gaat hier niet om ‘de familie’, maar om wat God door dit kind gaat betekenen voor heel het volk. Misschien waren dat ook wel de gedachten van Elisabet op dat moment. Maar in plaats van te luisteren naar Elisabet, zoeken ze alsnog een manier om Zacharias te kunnen laten beslissen: ze geven hem een schrijftablet.
Negen maanden heeft Zacharias niet kunnen spreken. Negen maanden heeft hij zijn publieke rol als priester niet kunnen vervullen. Negen maanden heeft hij niet tegen zijn vrouw kunnen zeggen wat ze doen moest. En nu, na negen maanden van zwijgen, reflecteren en bidden, heeft hij zich geopend voor het nieuwe dat God gaat doen. Nu heeft hij aangenomen wat de engel heeft gezegd en wat zijn vrouw Elisabet heeft herhaald: Johannes is zijn naam!
Maria’s voorzang
In de aankondiging van de geboorte van Jezus gaan de dingen net weer anders. Allereerst verschijnt de engel hier aan de moeder in spe, aan Maria, niet aan haar verloofde Jozef. Een tweede verschil betreft hun wonderlijke zwangerschappen: Elisabet was (of leek) onvruchtbaar en was net als haar man Zacharias op leeftijd, maar toch werd ze zwanger; het wonder van de zwangerschap van de jonge maagd Maria is dat Jozef daarin geen rol zal spelen. Nog meer dan bij Elisabet wordt bij Maria de rol van de (toekomstige) echtgenoot gerelativeerd.
Kort daarna reist Maria naar Juda om Elisabet op te zoeken. Die begroet Maria met de woorden: ‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot!’ Terwijl Zacharias vijf maanden daarvoor geen woord had kunnen uitbrengen toen hij het volk op het tempelplein moest zegenen, zo zegent Elisabet – als een priester in haar huis – Maria als drager van de Messias.
Dan zingt Maria haar lofzang. Die lofzang nemen wij tijdens vespers en op Mariafeesten ook in de mond. Dan zijn ook wij Gods ‘minste dienares’, hoe mannelijk we ook zijn of denken te zijn. Dan vieren we geen gender reveal party maar een gender reversal party: genderrollen worden omgedraaid en vooral gediversifieerd. Een grote verandering die God in Elisabet en Maria in gang heeft gezet.
Dit artikel is verschenen in het nieuwste en laatste gedrukte nummer van De Oud-Katholiek. Afbeelding: “For each little way you love me” door circulating op Flickr (CC BY-NC-SA 2.0).